Leeuwarden, Zalen Schaaf, 9 Feb 1985

11 Feb 1985
Leeuwarder Courant
Jacob Haagsma
Eigenzinnige Martyn met te lang concert

LEEUWARDEN - Het schijnt de stichting De Ooievaar er vooral aan gelegen te zijn om artiesten van de 'oude garde' naar Leeuwarden te halen. Het is vaak interessant om te zien hoe deze 'survivors' proberen om op een relevante manier de jaren tachtig door te komen, maar het zou minstens zo aardig zijn om wat vaker te aanschouwen hoe jonge popmusici zich van die taak kwijten. Men kan zich afvragen waarom De Ooievaar niet verder gaat in de lijn van het succesvolle Gun Club-concert in november.

Het concert van John Martyn lag weer helemaal in de door De Ooievaar uitgezette lijn, die zich ook spiegelde in de gemiddelde leeftijd van het publiek: die lag dichter bij de dertig dan bij de twintig. Maar dit soort overwegingen hebben uiteindelijk weinig te maken met de kwaliteit van het gebodene.

De uit Schotland afkomstige John Martyn is zo'n survivor, iemand die zich in de loop van een bijna twintigjarige carrière heeft ontwikkeld van folkzanger tot een rasmuzikant met een eigen stijl, waarin elementen uit folk, jazz, reggae, rock en oosterse muziek een plaatsje hebben gevonden. Een eclecticus dus, en iemand die met zijn tijd meegaat zonder trendgebonden te zijn. Zo laat hij zich tegenwoordig begeleiden door ritmeboxen en synthesizers, zonder te vervallen in de kille leeghoofdigheid die vaak met dat speeltuig wordt geassocieerd.

Gebeurtenis: concert John Martyn. Plaats: Zalen Schaaf, Leeuwarden. Bezetting: Martyn - zang, gitaar; Foster Paterson - toetsen. Voorprogramma: Skuor. Organisatie: Stichting De Ooievaar. Belangstelling: ongeveer 250 personen.

Hoewel Martyn in het verleden heeft gewerkt met grootheden als Phil Collins, Steve Winwood en Lee Perry, werd hij op dit concert slechts begeleid door toetsenman Foster Paterson. Het contrast tussen de mathematische precisie van de strakke ritmes enerzijds en Martyn's vrije, uitgesponnen gitaarspel en emotionele, gruizige stemgeluid anderzijds was goed uitgewerkt en Paterson was een ideale begeleider: subtiel accentuerend en alert volgend. Fraaie ballads als Fisherman's Dream en Somewhere Over The Rainbow waren hoogtepunten, maar in de wat hardere nummers als Root Love draafde Martyn wel eens te lang door, vooral in zijn breed uitgemeten gitaarsolo's.

Tijdens de tweede helft van het ruim twee uur durende concert overheerste bij mij dan ook het gevoel van "nu heb ik het wel gehoord". Dat gevoel werd weer enigszins weggenomen door de eerdergenoemde ballads en door een opmerkelijke versie van de nauwelijks meer als zodanig te herkennen reggae-klassieker Johnny Too Bad.

Daarbij is Martyn een innemende performer, wat de aandacht weer wat afleidde van de toeslaande eenvormigheid. Het was toch een interessante gebeurtenis om deze man met zijn muziek en zijn publiek in de slag te zien.

De vaak ondankbare taak om de zaal op te warmen was deze keer voor de Friestalige groep Skuor. Muzikaal gezien leunt men sterk op bands als TC Matic en U2, maar desondanks en ook ondanks de zwakke zang (waardoor er van die mooie Friese teksten ook weinig overbleef) liet de groep niet na een sympathieke indruk te maken.

JACOB HAAGSMA

sitenotes:
This review was printed on page 6 of the newspaper in the 'LCultureel' section.

Related to: