31 Jan 2009
Ze hebben niet zoveel met elkaar gemeen, John Martyn en John Updike. Behalve dat ze stierven in dezelfde week en dat ik over beider dood vernam toen ik in New York verbleef. Toen ik vanmiddag, terug uit New York, de column van Frits Abrahams op de achterkant van NRC Handelsblad van afgelopen woensdag onder ogen kreeg kwam ik op nog een overeenkomst: 'John Updike zal voor mij altijd de grote schrijver van de echtscheiding blijven' begon Abrahams zijn column. Na lezing wist ik zeker dat ik Updikes Too Far To Go ga lezen, zoals hopelijk muziekliefhebbers na de necrologieën van John Martyn te hebben gelezen, zich geroepen voelen diens Grace & Danger aan te schaffen. Want hierop bewees Martyn zich als de grote muzikant van de echtscheiding.
Deze plaat uit 1980 beschouw ik als zijn beste. Naast Dylans Blood On The Tracks en Marvin Gaye's Here My Dear is het bovendien de mooiste echtscheidingsplaat uit de popgeschiedenis.
Ik vind de plaat completer dan die andere vermeende 'meesterwerken' van Martyn, Solid Air en One World, die ook prachtig zijn maar op Grace & Danger is Martyn volgens mij echt op zoek naar een nieuw muzikaal idioom om zijn gedachtes in te kunnen vatten.
Ik kon er bij verschijnen overigens niet aan wennen. De plaat werd in het najaar van 1980 vaak opgezet in de platenzaak waar ik toen op zaterdag werkte. Deed het volgens mijn collega's goed om met koffie de vrijdagavond kater mee te verdrijven. One Trick Pony van Paul Simon en Heartattack And Vine van Tom Waits waren andere zaterdagochtend favorieten. Daar kon ik me meer in vinden.
Ik vond volgens mij Grace & Danger te jazzy en kon er geen liedjes in ontdekken. Het kan ook iets anders zijn geweest, ik had er in elk geval toen geen geduld voor. De weerzin had in elk geval niets te maken met het feit dat Phil Collins op die plaat drumde. Die man zei me toen niks. Hij had iets te maken met Genesis wat niet voor hem pleitte en klanten met rare hippiekleren vertelden dat hij ook een ander tof bandje had Brand X. Geen aanbeveling voor iemand als ik, maar de echte weerzin tegen Phil Collins kwam pas een half jaar later.
Toen was zijn In The Air Tonight echt onontkoombaar geworden, en was zijn soloplaat Face Value niet aan te slepen. Ik vond er niks aan, maar deed er ook weinig moeite voor. Pas erg mis ging het toen hij liedjes van de Supremes ging zingen en hij tot de meest behaagzieke 'leuke oom' uit de popmuziek was getransformeerd.
Tussen John Martyn en mij is het allemaal rap goed gekomen. Ik raakte verslingerd aan Nick Drake, kwam daardoor op Solid Air die ik prachtig vond en ben zijn loopbaan met grote interesse gaan volgen. Ik zag hem ook een keer spelen in de Melkweg in de winter van 1984-1985 als ik me niet vergis.
Daarna is hij zelden meer in Nederland te zien geweest volgens mij. Hij had hier bij boekers ook geen fijne reputatie. Zo kwam ik een paar jaar geleden Willem Venema (ex-Mojo) tegen op een platenbeurs. Ik had me die keer tot doel gesteld op zoek te gaan naar ontbrekende John Martyn platen op vinyl, en vertelde dat. 'Mooie muziek maar een vreselijke man, onbetrouwbaar ook', aldus Venema. Die woorden zijn me bijgebleven, en ik vond Martyn eerlijk gezegd ook tamelijk onaangenaam overkomen in die BBC docu uit 2004.
Het is toch merkwaardig dat iemand die zo graag optrad, dat zelden of nooit meer in Nederland deed.Wilde hij ons niet of wilden wij hem niet hebben?
Maar zijn muziek doet me veel, en daar gaat het om. Hoe hij zich begeeft tussen jazz, folk en zelfs funk, dat doet niemand hem na. Hoewel: Terry Callier komt in de buurt, al was het maar vanwege de gelijkenis tussen beide stemmen.
Zoals gezegd: Grace & Danger vind ik zijn mooiste plaat en daarvoor moet ik geloof ik vooral Phil Collins dankbaar zijn. Zo weet ik sinds twee jaar geleden de luxe dubbele editie van het album verschen. Daarin wordt haarfijn uit de doeken gedaan dat de zanger en de drummer elkaar vonden en bevriend raakten.
Martyn zocht een drummer die van de geijkte paden af wilde wijken, en Collins wilde gewoon extra afleiding want ook hij had relatieproblemen. Collins wist Martyn tot grote hoogten te stuwen maar ook toetsenist Tommy Eyre speelt op zijn Zawinul best terwijl bassist John Giblin nooit ver uit de invloed van de Jaco Pastorius vandaan blijft.
De plaat is niet door Collins geproduceerd maar door Martin Levan en blijft meer dan een jaar op de plank bij Island liggen. Chris Blackwell vindt het meer jazz dan pop.
Wellicht uit woede over dit lange wachten stapt Martyn in 1981 over naar Warner en neemt Phil Collins als producer mee. Glorious Fool is anders dan de geschiedschrijving inmiddels wil doen geloven ook een geweldige plaat, die snel rehabilitatie verdient. Collins is inmddels wereldberoemd en kan aan de plaat die Martyn het jaar daarop uitbrengt, Well Kept Secret niet meer meewerken. En dat is inderdaad echt een inferieur album.
Geen nood, eenmaal terug bij Island revancheert Martyn zich met Sapphire en Piece By Piece ook twee standaardplaten, maar ik ga hier niet die hele discografie doornemen.
Even terug naar Phil en John in 1979. Beiden in grote persoonlijke crises. Beiden sleurden ze elkaar er doorheen en spoorden ze elkander aan hun sores en woede in muziek te vertalen.
In het geval van Phil Collins heette het resultaat Face Value. John Martyn maakte Grace & Danger.
De een werd een wereldster, de ander had een meesterwerk op zijn palmares.
Nu eens even proberen te achterhalen of de invloed van Martyn op Collins ook te traceren is. Daarvoor zal ik toch Face Value op moeten zetten. Nog even niet, ik zit net lekker in Glorious Fool.
Maar een wonderlijk duo was het wel: Phil Collins en John Martyn.