door Stan Rijven
AMSTERDAM — Het draaien van een joint en een plaat van John Martyn blijkt voor velen nog een twee-eenheid te vormen. Zijn muziek leent zich daar dan ook voor aangezien hij een meester is in het toveren van klankreeksen waarin een dromerige sfeer wordt opgeroepen.
De Melkweg stond donderdagavond blauw van de Andromedanevel waar door heen de muziek van Martyn zich een weg moest banen. Vermoedelijk zelf onder invloed hiervan wist hij weliswaar voldoende concentratie op te brengen om de technische perfectie te bereiken die voor zijn muziek vereist is, maar het gebrek aan inspiratie deed afbreuk aan de kracht die ervan zou uit kunnen gaan.
Voor een gedeelte lag dat ook besloten in de tweeslachtigheid van zijn programma. Zijn elektronisch versterkte akoestische gitaar geeft dat in feite al aan. Met een been bevindt hij zich in de folkhoek, met het andere begeeft hij zich op het terrein van experimentele muziek, maar dan van een geheel eigen signatuur. De unieke stijl die hij heeft ontwikkeld uit het subtiel en economisch benutten van elektronische effecten, die ontstaan uit zijn virtuoze gitaarspel, laten een verwantschap horen met rock, blues en minimal music.
Met zijn hese stem en plukkende aanslag bouwt hij een reeks hypnotiserende repeterende patronen op, waarmee hij in zijn eentje de functie van bassist, slag- en sologitarist tegelijkertijd vervult. One World, Big Muff, en Inside Out1 waren dan ook de hoogtepunten. Vooral dit laatste nummer verried Martyns voorkeur voor de minimal music van Riley en Reich. De spanning die hij hiermee had opgeroepen werd op grillige wijze teniet gedaan in soms nogal slordig gespeelde folksongs.
Met moeite kwam hij terug voor twee toegiften waarin hij met de lauwe verste van de evergreen Singing In The Rain nogmaals blijk gaf van gebrek aan inspiratie waardoor het concert geen onverdeeld genoegen werd.
sitenotes:
1 Outside In.
This review was illustrated with a concert photograph by Lex van Rossen.